Esultate!

Gepubliceerd 3 juli 2017

De laatste keer, dat ik een opera in de bioscoop zag, is al weer een aantal jaar geleden. Diana Damrau en Angelika Kirschlager in Hänsel und Gretl vanuit Covent Garden in Londen, 2008. 28 juni 2017 zal ook niet gauw uit mijn gedachten verdwijnen: Jonas Kaufmann’s langverwachte debuut in de zwaarste tenorrol uit het operarepertoire, de titelrol in Verdi’s Otello.

Waar ik niets over ga zeggen, is het sobere decor van de voorstelling zelf (ontwerp van Boris Kudlička). Daar is al genoeg over gezegd en geschreven. Twee woorden van mijn kant: het werkt! Ook over de regie is inmiddels het nodige gezegd. Mijn mening: de Shakesperiaanse benadering van regisseur Keith Warner is doeltreffend en duidelijk.

Laat ik verder schrijven over Jonas Kaufmann (Otello), Maria Agresta (Desdemona) en Marco Vratogna (Jago).

Otello, de Moor van Venetië. Een rol die absoluut niet geschreven is voor elke tenor. Een rol die absolute stembeheersing én groot acteervermogen vereist. Een rol die een stem vraagt met de nodige flexibiliteit in alle registers. Op weg naar de bioscoop is het een aantal keren door mijn hoofd gegaan: “Niet vergelijken, niet vergelijken.”. Onbewust hoorde ik toch de stem van míjn Otello van de afgelopen eeuw: Plácido Domingo. En ik weet zeker, dat ik niet de enige ben…
Maar na een twijfelachtig Esultate!, die me overigens wel meteen op het puntje van mijn stoel heeft gezet, kwam er gaandeweg een Moor voorbij, die geheel naar de persoon en interpretatie van Jonas Kaufmann is vorm gegeven. Een Moor die gaandeweg verscheurd wordt door het vileine en vuile spel van zijn vaandrig, af en toe op het naïeve af, blijvend geloven in de schuld van zijn vrouw. “Veni, canti, vinci”, het is al vaak geschreven, maar ik sluit me erbij aan. Over een paar jaar heeft Domingo wat betreft deze rol een waardig opvolger gevonden. Over een paar, ja. Dan kunnen we zeggen, dat Kaufmann deze rol tot in de puntjes beheerst.

Een absolute verrassing voor mij was de Italiaanse bariton Marco Vratogna als Jago. Een stem als een klok en wat een dijk van een acteur! Hoogtepunt in deze partij is natuurlijk de door Boito en Verdi ingevoegde scène Credo in un Dio crudel (niet in de oorspronkelijke tekst van Shakespeare te vinden). En zonder maar één hapering zong en speelde Vratogna zich ogenschijnlijk moeiteloos door de solo. En door de rol. Jago heb ik wat dat betreft nog nooit zo sterk gezien. Ja, misschien één keer in Milaan… en als je je ogen dichtdeed, dan hoorde je hem ook: Leo Nucci.

Maria Agresta als Desdemona was een lust voor oog en oor. In haar entree, direct met het liefdesduet Già nella notte densa, stal ze de show en wist ze de scène naar haar hand te zetten. Kaufmann was bijna compleet kansloos… In prachtig wit opende ze de vierde akte met haar Wilgenlied en het Ave Maria. Kippenvel, zo mooi!

Antonio Pappano leidde een stevig orkest met oog voor details die ik niet vaak uit de partituur hoor. Hulde! En ook het koor van de Royal Opera House stond zijn mannetje en pakte waar het maar kon de kans om te schitteren. Koorleider William Spaulding mag wat mij betreft  nog wel een tijdje blijven.

Om kort te gaan: het was een onverdeeld fijne avond opera, en Domingo lijkt een opvolger in deze rol te hebben. Hopelijk zingt Kaufmann zich niet stuk op de rol, door deze meteen vaker neer te zetten. Laat hem alsjeblieft verstandig zijn en rustig aan doen…

Jonas Kaufmann als Otello (foto: Royal Opera House / Catherine Ashmore)