★ ★ ★ ★ ★
Ergens behoor ik tot het type operaliefhebber, die denkt “Speel wat er geschreven is, anders had de componist er wel wat anders van gemaakt’. Ik ben eigenlijk wars van couperen, knippen en weglaten. Ook al loop ik het risico 3 uur (of langer) in de zaal te zitten. In eerste instantie stond ik dus niet te springen om naar de pocketversie van één van mijn geliefdste Verdi’s te gaan, La traviata, nu in een 90 minuten durende uitvoering door De Nederlandse Reisopera. Maar fan dat ik van dit gezelschap ben en mijn beste vriendin die aangesproken werd door het thema, zat ik afgelopen zaterdag in Theater Sneek. Vol verwachting van wat ik te zien zou krijgen.
La traviata ken ik van haver tot gort, elke noot is mij bekend en ik heb heel wat uitvoeringen voorbij zien komen. De tijdsperiode wilde nog wel eens verschillen, maar over het algemeen was het toch altijd de onschuldige jongen die verliefd wordt op de courtisane / de dame van lichte zeden / de hoer. Ze gaan samenwonen en zijn vader wil dat zij hem verlaat. Zij doet dat vervolgens, maar sterft uiteindelijk in de armen van haar geliefde. Een mooi rond verhaaltje, al zeg ik het zelf.
Maar Dorike van Genderen gooit er in haar versie een heel ander sausje over: Orlando staat aan de vooravond om na zijn laatste operatie definitief als Violetta door het leven te gaan. Maar of deze variant Verdi’s eigen uitspraak staaft: “Ik wil een opera maken over een hedendaags onderwerp”?
Decors en kostuums van Julie Weideli zien er gelikt uit. Alles past mooi bij elkaar en de plaats van het uitstekend spelende ensemble achter in het decor is goed gekozen. Misschien niet handig voor de zangers, maar met twee kleine monitoren voor op het toneel is er goed contact met dirigent Alistair Digges. De lange witte gordijnen worden functioneel gebruikt en maken het toneelbeeld echt af.
Omdat het ensemble en de vijf solisten zo dicht op elkaar staan, blijft het muzikaal een geheel. Het loopt nergens uit elkaar en instrumentalisten en zangers voelen elkaar naadloos aan. Digges ademt mee met iedereen, wat het totale muzikale plaatje alleen maar ten goede komt. Alle lof overigens voor de arrangeur, de ziel van Verdi’s muziek blijft voelbaar aanwezig in de acht instrumenten.
Wat de zang betreft staat het voor mij als een paal boven water, dat Aylin Sezer (Violetta) en Anders Kampmann de voorstelling dragen en de show stelen. Hun individuele kunnen versterken elkaar in de duetten en ensembles, hun stemmen passen uitstekend bijelkaar en geen van beiden probeert zich ten koste van de andere te manifesteren. Als het op acteren aankomt, dan wint Sezer het van Kampmann. Zij is overtuigend en intens in haar emoties; hij komt over het algemeen wat houterig over, wat zijn geloofwaardigheid niet ten goede komt.
De andere rollen zijn prima bezet: Aleš Jenis heeft simpelweg een dijk van een stem; Liza Lozica Vjera is erg sterk in haar mimiek en trekt daarmee de aandacht, ook als ze niet zingt. Tot slot Alexander de Jong’s warme bariton, die alle hoeken van de zaal raakt en zijn rol van Dottore Grenvil mooi gestalte geeft. Stiekem ben ik sinds A Little Night Music fan van deze jonge zanger en ik hoop nog veel van hem te horen in de toekomst.
Van Genderen kiest niet voor de makkelijke weg en heeft flink gesneden in één van Verdi’s all time favourites. Maar iedereen op het toneel heeft ervoor gezorgd, dat ik een groot orkest, een vierstemmig koor en overige solisten niet heb gemist. Daar waar er gecoupeerd is, waren er logische overgangen, die hier en daar nog een zweem meekregen uit de originele partituur. De vertaling van het originele libretto loopt echter hier en daar wat scheef met de aanpassingen, maar het verhaal blijft prima te volgen.
En of deze versie van La traviata Verdi’s eigen uitspraak staaft? Een volmondig ja. Dubbel en dwars. Een hedendaags thema op die prachtige muziek. Ik denk nu: hoe zou de volledige opera er in handen van Van Genderen uit zien? Mocht dat moment ooit voor het voetlicht komen: ik zit in de zaal!
